Alsof ook hij een man
En niet
Een jongetje van zes was
Alsof hij
Wist te weten wat te willen
Alsof alles
Maar een grap was
Alsof de wereld
Ook van hem was
En helden
Geen helden hoeven zijn
Laat hij af en toe
Een hand los
En wandelt
Onnavolgbaar
Maar onzeker
Toch zijn eigen weg
En alsof hij
Een jongetje van zes was
Legt de weg hem,
Héél soms,
Weinig in de weg.