Ik verzand in stereotypen
kijk elke nacht weer naar de sterren toe
richting van
reikhalzend
ik reik elke lange nacht zo hoog ik kan
behalve bij bewolking
dan staar ik
halsstarrig,
langhalsig naar het wolkendek
waarbij ik stiekem hoop
dat mijn blik
in staat kan zijn
door alle nevels heen te kijken
dat zal later moeten blijken...
maar voorlopig wijk ik niet
geef geen krimp
niet eens een enkele nacht
geen vingerdik
ik zoek elke nacht
de sterren
zoek een soort van hun gezelschap op
zoek weer blijk van hoop te geven
bol van vastberadenheid
het lukt me nu nog niet
niet echt
want bij elke zonsopgang
als in een tergend trage vingerknip
spat, nu nog, telkens weer
die droom
in trage tranen
stellig weer uiteen...
maar ooit kom ik terug
zij het nu misschien nog niet meteen
ooit kom ik terug
en wanneer je dan weer naar me kijkt
zie je mij in volle glorie
met duizend keer
duizend sterren om me heen.