Zij staart de verste verten
steeds verder voor zich uit
duwt duistere gedachten
als donkere wolken weg
ze schuift alle afschuw
als een vale, valse schaduw
richting horizon
als was het
een dronken piraat
in een schommelende schuit
ze duwt en staart
en stuwt, bedaard,
alles van wat haar leven is
maar niet van haar
elke week een dag
en elke dag een uur
steeds verder voor zich uit
dat probeert ze toch
betracht ze
maar ze slaagt er
nooit
daadwerkelijk meer in
haar leven
achterhaalt zichzelf
achterhaalt ook altijd haar
ze verzamelt
ze vergaart
elk detail
elke vreemde kronkel
en duwt die voor zich uit
als ware ze
een soort van
Sisyphus/Sisypha
...nooit een god
alleen de liefde
ooit,
één keertje,
uitgedaagd
ze duwt en staart
en stuwt, bedaard
altijd verder
nooit vooruit
altijd onversaagd.